Logo
Contact
spacer
photo/thumb_154.jpg
photo/thumb_155.jpg
 
De hongerige stad
Hoe voedsel ons leven vormt. Carolyn Steel.
Uitgeverij NAI. ISBN 978-90-5662-805-5, € 19,95
Carolyn Steel
Carolyn Steel, geboren en getogen in metropool Londen, studeerde architectuur. Vanaf het begin was ze echter meer geïnteresseerd in hoe gebouwen werden bewoond dan hoe ze eruit zagen. Wat deden de bewoners vroeger met het voedsel, waar werden de paarden gestald, wat gebeurde er met het afval? Ze besloot een stad te beschrijven aan de hand van voedsel. Hungry City (2008) werd een boeiend pleidooi voor een betere wereld en was meteen een succes. Inmiddels is Steel ook in Nederland een vaak gevraagde spreker op symposia en festivals. Haar meeslepende en indringende boek is nu verschenen in de Nederlandse vertaling: De Hongerige Stad.
De stad door een voedselbril
17-03-2011
Voedsel is de belichaming van alle rommel, chaos en vuil van de wereld. Maar, zo stelt Carolyn Steel in De Hongerige Stad, het is ook de belichaming van de orde. Onverbiddelijk, onvermijdelijk, universeel en vooral noodzakelijk: voedsel is heel geschikt om ons te wijzen op wat er werkelijk toe doet.

Verstedelijking, kapitalisme, wereldpolitiek, peak oil, honger, klimaatopwarming; Steel kijkt naar deze grote thema’s door een voedselbril. In ruim driehonderd pagina’s neemt ze ons mee langs boerenbedrijven, markten, supermarkten, flats, vuilnisbelten om uiteindelijk aan te komen bij het eindpunt van haar zoektocht naar de ideale stad: Sitopia.
Als opmaat beschrijft ze de Chinese eco-stad Dongtan die in 2020 gereed moet zijn. Inwoners verbouwen op het eigen balkon groenten terwijl in de kelder van het flatgebouw een fabriekskwekerij draait. Led-lampen op zonne-energie verwarmen hier meerdere lagen gewassen, het voedselrijke water komt uit de stedelijke riolering. Bewoners wonen, werken en winkelen binnen de wijk.
Maar de conclusie van Steel is ontnuchterend. Hoe CO2 neutraal en idylisch ook, zolang je de inwoners niet kunt verbieden ook goedkoper voedsel uit het mondiale voedselsysteem te kopen, blijft het een wassen neus.
Zo slinger je bij lezing van De Hongerige Stad continu heen en weer tussen enthousiaste hoop en ontluisterend somber realisme. Steels boek biedt daarbij volop voer tot nadenken. En inzicht in de dieperliggende oorzaken van de verspillende, ethisch gemankeerde wereld waarin we leven. Zo haalt ze in een hoofdstuk over afval en voedselverspilling de antropoloog Mary Douglas aan om te laten zien waar onze Westerse afkeer van vuil vandaan komt en waarom we voedsel dat we afwijzen ‘vies’ zijn gaan vinden. Ze beschrijft hoe onze zucht naar zuiverheid leidde tot een vraag naar visueel perfect voedsel en producten zonder smaak of natuurlijke structuur.

Utopia
Wandelend door de utopia van Plato, More en Howard, langs architectonische zoektochten als de glazen torens van Le Corbusier en de Living City van Lloyd Wright, en voorbij het Vertical Farming Project en de Nederlandse varkensflats in Pig City schetst Steel haar ideaalbeeld van een stad die gebaseerd is op de gedachte dat we leven in een sitosfeer (van het Griekse sitos, dat voedsel betekent). Een stad waarbij voedsel wordt ingezet om een wereld te creëren waarin we onszelf voeden zonder verwoesting. Het vergt een revolutie in ons hoofd, stelt Steel. Een voedselrevolutie gebaseerd op de gedachte dat de organisatie van onze voedselvoorziening een fenomenale kracht is die niet alleen landschappen kan veranderen, maar ook politieke structuren, maatschappelijke relaties en steden. De uitwerking is afhankelijk van hen die de controle uitoefenen. De grote vraag is wie dat zijn. Boeren? Supermarkten? De overheid? De landbouwindustrie? U en ik? Ieder heeft volgens Steel zijn eigen rol.

La cucina povera
Het duizelt je als lezer van de alomvattende theoriën en utopische, onhaalbare denkbeelden. Het is knap hoe Steel je aan het eind van haar boek toch met het gevoel achter laat dat je als indvidu wel degelijk verschil kunt maken. De mogelijkheden liggen voor het oprapen.
Als iedereen bewuster zou omgaan met zijn voedsel, zou dat al een begin zijn. We moeten weer gaan genieten van eten uit de buurt. Van wat Italianen la cucina povera noemen: ‘armeluis-eten. Uit de buurt, seizoensgebonden en eenvoudig. We kúnnen ervoor kiezen om ethisch verantwoord te eten. Een goede prijs te betalen voor eerlijke handel. Niet alleen voor de Colombiaanse koffieboer, maar ook voor de kleine boer om de hoek. We kunnen in volkstuin of op balkon ons eigen voedsel verbouwen. Minder vlees en vis eten en als we dat doen daar meer voor betalen. Winkelen bij de buurtwinkel of op boerenmarkten. Transparantie eisen in de voedselketen. De politiek aanspreken. Actie eisen. Etiketten lezen. Vaker koken. Kinderen leren koken. Meer genieten van eten.
Steel pleit simpelweg voor een betere wereld: Onze nalatenschap aan hen die de aarde van ons erven, zal bepaald worden door hoe wij nu eten: hun toekomst ligt in onze messen, vorken en vingers. Smakelijk!
(Annemarie Geleijnse)
spacer